De blauwe bogenbrug schittert me tegemoet. Mijn ogen dwalen over de Vecht en op de brug sta ik stil. Mijn blik glijdt verder over het weidse landschap. Kasteel Rechteren trekt mijn aandacht. Hier ben ik thuis. Ik stap weer op de fiets, maar ik hoor een raar geluid Het bandje dat mijn laars bij